De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Tunnel

betekenis & definitie

kunstmatige ondergrondse ruimte of gang, die dient om een weg, spoorweg, scheepvaart- of ander kanaal onder het aardoppervlak door te voeren: berg- en rivier- of onderwatertunnels (ook ondergrondse spoor- of trambanen). De bouw geschiedt:

1. als mijn- of bergbouw in vast gesteente, dat wordt uitgebroken (machinaal gedreven boortoestellen of explosiestoffen);
2. volgens de schildmethode bij minder vaste lagen (hydraulische persen) ;
3. volgens de pneumatische methode, waarbij de T. vaksgewijze tot stand komt:
4. volgens de zinkmethode, waarbij de T.-vakken in gewapend beton bovengronds zover mogelijk gereed worden gemaakt, drijvende vervoerd en in gebaggerde gleuf gezonken en onderling verbonden worden;
5. in open bouwput tussen afheiïngen.

Tunnels met een lengte van meer dan 10 km zijn:

Simplon-T. (Zw. Ital.) 19.803 m Apennijnen-T. (Italië) 18.510 m St. Gotthard-T. (Zwits.) 14.984 m Lötschberg-T. (Zwits.) 14-536 m Cascade Basis-T. (Ver. St.) 12.500 m Mont Cénis-T. (Fr. Ital.) 12.234 m Arlberg-T. (Oost.) 10.205 m