(Gr. tragooidia, eigenl.: bokken zang), dichterl. uitbeelding van het hoog-ernstig, meest treurig wereldbeeld in dramatische vorm. Oorsprong van het T. (tragedie) zijn antieke vruchtbaarheidsculten; het ontwikkelde zich uit de dithyrambische klacht om de offerdood van de God-Koning; ook later behoudt de tragische held in principe zijn offer- en het T. zijn klacht-karakter.
In het ideale geval is de held in het T. voorvechter van absolute eisen (deugden) en zijn tegenspeler de verdediger der daardoor bedreigde bestaande orde; vaak gaan beide figuren aan elkander te gronde. Zulke T.-en werken op de toeschouwers louterend (katharsis, reiniging). De „idealisten” (Hebbel) en de Scand. realisten (Ibsen) hebben het antieke karakter van het T. op bewust constructieve wijze doen herleven. Grote T.-schrijvers of tragici zijn: Shakespeare, Corneille, Racine, in Nederland Vondel.