voorheen quasi-autonome staat in CentraalAzië, thans deel van China, doch met autonome aanspraken. 2 mill. km2, 3,7 mill. inw. Hoogland (2000 m) tussen Kwen-lun, Himalaja, Pamir en Z.-Chin. bergland.
Hierop ontspringen de belangrijkste rivieren van Azië. Grote verscheidenheid van klimaat. Overwegend zeer koud en droog. Weinig flora, rijk gevarieerde dierenwereld. Bevolking merendeels in Zuidelijke dalen. Vele kloostersteden en burchten.
Veeteelt (yaks, schapen, geiten), landbouw (gerst). Handelsverkeer langs karavaanwegen. Hoofdstad Lhasa. Godsdienst Lamaïsme*. De staat wordt theocratisch bestuurd door de Dalai Lama*. Geschiedenis. Sedert 9e eeuw onder Dalai Lama’s. 1566 door Mongolen onderworpen, 1727 deel van Chin. rijk. 1904 eerste verdrag met Eng.; ca 1930 onafhankelijk, doch door verzet der pro-Chinesepartij was kroning van nieuwe Dalai-Lama eerst 1940 mogelijk.
