Land in N.-Duitsland aan de Deense grens, in 1946 gevormd hoofdz. uit de voorm. Pruisische prov.
Sleeswijk-Holstein. 15.665 km2 2.650.500 inw. Bestaat uit vruchtbaar kleiland in het W. (Marschen), zand en leemgrond in het C. en O. Grotendeels vlak land, langs de O. kust heuvelland (eindmorenen). Veeteelt (paarden, runderen), landbouw, (aardappelen, rogge, tarwe), visserij. Textiel-, ijzer- en levensmiddelenindustrie, scheepsbouw. Hoofdstad Kiel (213.000 inw.).