in Zeeland gebruikelijke benaming voor met begroeide klei bedekte eilanden of buitendijkse gronden. Wanneer door voortgaande opslibbing de kleilaag dik genoeg is geworden en hoog genoeg boven Iaagwater ligt, om als cultuurgrond te kunnen worden gebruikt, is het schor zgn. rijp en kan, indien economisch verantwoord, tot bedijking worden overgegaan.
In Zuid-Holland en westelijk Noord Brabant heten zulke gronden gors, in Groningen en Friesland kwelder.