Joodse sekte, welker ontstaan nauw samenhangt met de geschiedenis van Samaria*. De bevolking van dit landschap, reeds sinds 722 v.C door de Assyrische kolonisatie vermengd met buitenlandse elementen, werd van de herbouw van de tempel te Jeruzalem na de ballingschap uitgesloten (Ezra 4).
De hierdoor ontstane verwijdering leidde ten slotte tot een definitieve scheuring. De S. bouwden een eigen tempel op de berg Gerizim nabij Sichem, die in 128 v.C. door de Joodse vorst Joh. Hyrcanus werd verwoest. Tot in onze eeuw hebben de S. zich als een uitstervend groepje te Nablus kunnen handhaven.Van de Oudtestamentische boeken erkennen zij alleen de Pentateuch* in een van de Masoretische afwijkende tekst. Nog de Evangeliën getuigen van een uitgesproken vijandschap tussen S. en Joden.