(afk. van Radio Detection and Ranging), systeem dat door middel van teruggekaatste radiogolven de aanwezigheid van een object aangeeft. Met behulp van een automatisch draaiende antenne, die zowel voor het uitzenden als voor het ontvangen wordt gebruikt, kan men in enkele seconden het luchtruim spiraalsgewijs afzoeken.
De reflectie geeft op het scherm van een kathodestraalbuis een heldere vlek, waarbij men richting en afstand van het object kan berekenen. Gebruik: in vliegtuigen om 's nachts of bij slecht zicht een beeld te vormen van obstakels of het onderliggende terrein; op schepen om andere schepen, duikboten, ijsbergen, de kust enz. gewaar te worden; bij de luchtafweer om de aanwezigheid van vliegtuigen of projectielen reeds op grote afstand te constateren. Bij de tegenwoordige geperfectionneerde luchtafweersystemen wordt door het radarsysteem de baan van een vliegtuig of projectiel gevolgd en wordt het afweergeschut automatisch op deze snelbewegende doelen gericht.
