Wat is de betekenis van Radar?

radar - zelfstandig naamwoord uitspraak: ra-dar 1. toestel waarmee met radiogolven de positie wordt bepaald ♢ via de radar konden ze zien waar de boot was Zelfstandig naamwoord: ra-dar de radar

Een radar (Radio Detection And Ranging) is een installatie waarmee met behulp van radiogolven de omgeving kan worden afgezocht naar objecten (doelen) in de lucht, te land of ter zee. Deze objecten zijn bijvoorbeeld vliegtuigen, raketten, schepen of auto's. Maar ook (regen)wolken.

[Eng., beginletters van radio detection and ranging = radio-opsporing en plaatsbepaling] systeem voor lokalisatie van voorwerpen door uitgezonden radiogolven na terugkaatsing op te vangen.

ra(dio) d(etecting) a(nd) r(anging); opsporingsapparaat

(RAdio Detection And Ranging) Een systeem om op afstand objecten te lokaliseren. Een zender zendt via een antenne een elektromagnetische puls (een geluidsgolf) uit. Wanneer de puls een doel treft, bijvoorbeeld een buienwolk, wordt het signaal (voor een deel) teruggekaatst. Het teruggekaatste signaal, de echo, wordt in een schotelantenne opgevangen....

radar - Techniek waarbij met behulp van uitgezonden, teruggekaatste en geregistreerde radiogolven de afstand tot en de richting van een voorwerp kan worden bepaald.

Radar - elektronisch navigatie-instrument om de omgeving op een scherm ‘zichtbaar’ te maken. Radar biedt ’s nachts en bij slecht zicht de mogelijkheid om door te varen. Principe. De radar zendt zeer korte impulsen uit op een zeer korte radiogolflengte. De omgeving wordt weergegeven op een cirkelvormig beeldscherm van een kathodest...

plek- en rigtingsbepaling deur radiogolwe.

(radio detecting and ranging), toestel, dat door terugkaatsing van uitgezonden radiogolven plaats en afmeting van voorwerpen op afstand kan vaststellen.