(1856-1900), Iers-Engels dichter, te Oxford beïnvl. door Ruskin en Pater, werd exponent van het aestheticisme, waarvan zijn Fr.-symbolistische Poems de eerste uitdrukking waren; zijn werk getuigt geestig en paradoxaal van het ideaal van de alleen beschouwende, de „potentiële” kunstenaar, wiens grootste schepping zijn eigen leven is. Hij is de echte ,,fin-de-siècle”-figuur.
Zijn gevangenschap wegens een zedenmisdrijf eerst deed hem de diepdoorleefde Ballad of Reading Gaol (1898) schrijven. Hoofdwerken: (proza) The Happy Prince, The Picture of Dorian Cray, The House of Pomegranates', (drama’s) Lady Windermere’s Fan.A Woman of No ïmportance, An Ideal Husband, The Importance of Being Earnest.