of gezichtsbedrog, af wij king tussen beoordeling bij eenvoudige beschouwing en bij nameting of nauwkeuriger onderzoek van een figuur of voorwerp. Van de omgeving kan een meeslepende werking uitgaan bij beoordeling van de grootte (confluxie).
Hierdoor schijnt in fig. 1 AB korter dan BC.Een voorwerp geplaatst temidden van kleine voorwerpen, schijnt groter dan eenzelfde voorwerp temidden van grote voorwerpen (contrast); zo schijnt in fig. 2 de middelste cirkel van A groter dan die van B. In fig. 3 heeft de lijn AB schijnbaar haar voortzetting in e f, in werkelijkheid in cd. In fig. 4 ziet men op de hoekpunten der zwarte vierkanten grijze punten, die bij scherp fixeren verdwijnen.