van meer of minder dikke garens geknoopt of gebreid open weefsel, gebruikt voor het vangen van vissen of vogels. Voor de zeevisserij worden o.a. gebruikt het drijf-N. (vooral voor haring), het trechtervormige schoot-N. of korre, de uit lijnen en dwarslijnen met haakjes bestaande beug en het kuil-N.
In het algemeen kan men ze onderscheiden in staande en sleep-N. Voor de binnenvisserij zijn keer-N., sleep-N. en drijf-N. de voornaamste.