physica. Gemakshalve heeft men de verschijnselen, die in de natuur kunnen plaatsvinden, in twee uitgebreide groepen ingedeeld.
De ene groep, de chemie of scheikunde, beslaat de veranderingen met blijvend karakter, die dus betrekking hebben op de omzetting van de materie van de ene in de andere vorm. De tweede groep, de N. of physica, houdt zich bezig met tijdelijke veranderingen, die veroorzaakt worden door wijzigingen inde -uitwendige omstandigheden. Anders gezegd: de scheikunde houdt zich bezig met de onderlinge omzettingen van materie, de N met de omzetting van energie. Het verschil tussen natuur- en scheikunde is evenwel niet scherp te trekken, getuige het feit dat het tussen beide wetenschappen gelegen gebied een aparte benaming gekregen heeft: physische chemie.
