voor de papierfabricage vroeger de enige, thans nog de beste grondstof. Onder L. zijn te verstaan : versleten weefsels, afval uit spinnerij en weverij, afsnijdsels van confectiefabrieken, oud touwwerk enz.
Zij ondergaan de volgende bewerkingen : sorteren, reinigen, snijden, koken, wassen, malen in hollanders, halfstofmalen, bleken, heelstof malen.