geestelijke stroming, die op onderscheidene levensterreinen (godsdienst, economie, politiek, maatschappij) opkomt voor de „vrijheid” van het individu tegen absolute gezagsuitoefening. In de staatkunde voerde het L. het pleit voor grondwettelijke vrijheden (vrijheid van godsdienst, van drukpers, vereniging en vergadering, etc.), voor ministeriële verantwoordelijkheid, tegen te ver gaande staatsbemoeiing met het maatschappelijk leven, enz.
In economisch opzicht speciaal opkomend voor vrijhandel, op godsdienstig terrein voor vrijheid van onderzoek en toetsing der dogma’s aan de rede.