(1) (glandulae), organen, die bepaalde stoffen afzonderen. Men noemt het secreet, wanneer het nog in het organisme gebruikt wordt en excreet, wanneer het als afbraakproduct uit hetlichaam verwijderd wordt (b.v. urine).
Klieren kunnen een afvoergang naar het uitwendig lichaamsoppervlak hebben (talg-, zweetklieren) of naar inwendige organen (darm, maagklieren). Als zij geen uitvoergang hebben behoren zij tot de klieren met inwendige secretie (endocriene* klieren);(2) bij planten die cellen of celgroepen, die vloeistoffen naar buiten afscheiden, die de plant zelf niet schijnt te kunnen gebruiken. (Water, oplossingen van suikers, van zouten, vluchtige harsen, oliën, gommen).
