Sovjet-Republiek in W.-Azië. 2.744.300 km2, 6.146.000 inw. in 1939. Zij omvat de Kirgiezensteppe, de zandwoestijnen Kisilkoem en Akkoem, het bergland van de Altaï en de Tarbagataï en een deel van het voorland van de Tiensjan.
De bevolking bestaat uit Kazaken (60 %), Russen en Oekrainers (samen 35 %). Droog land. Was vroeger nomadische veeteelt verreweg het belangrijkste bestaansmiddel, door bemoeiing van de Sovjet Russische regering is de landbouw tot grote bloei gekomen; gedeeltelijk door irrigatie. Producten: graan, katoen, suikerbieten, rijst. Door de rijkdom aan mineralen (steenkool, tungsten, petroleum, koper, lood, zink, nikkel, chroom, ijzer e.a.) zijn mijnbouw en industrie in de laatste decennia zeer ontwikkeld. De hoofdstad is Alma-Aty (vroeger Vernij) met 231.000 inw. in 1939.
