(1) voormalige Brits-Indische vazalstaat in het N.W. van het Himalajagebergte, 218.896 km2, inw. Veel mineralen: ijzer, koper, lood, graphiet, goud, steenkool, zwavel.
De bewoners verbouwen rijst, graan, vruchten, groenten. Verder veeteelt. De industrie levert tapijten, rozenolie, wollen en zijden stoffen, papier en metaalwaren. Hoofdstad Srinagar (ruim 200.000 inw.). De meerderheid van de bevolking is Mohammedaan, de heersende vorst echter Hindoe. Na de vrijwording van de dominions India en Pakistan (1947) werd Kasjmir het toneel van hevige strijd;(2) (cachemire) wol van de kasjmiergeit; kostbare fijngeweven lakenstof van Kasjmier, eertijds uit het land K. zelf afkomstig.
