De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Kamerplanten

betekenis & definitie

gewassen die een kortere of langere tijd in de kamer gedijen. Veelal zijn de groeivoorwaarden in de kamer niet gunstig.

Men denke aan:1. de belichting, meestal voor het raam, beter is het de potten iets lager te plaatsen, zodat het licht in het hart van de plant valt;
2. schoonhouden der planten. Minstens 1 x per week moeten de bladeren, van boven èn van onderen van stof gereinigd worden;
3. gieten, alleen dan als de planten water nodig hebben. Bovenop de aarde gieten, behalve bij sterk getrokken planten (op de schotel); water van kamertemperatuur;
4. verpotten, alleen dan wanneer de oude grond geheel doorworteld is; de pot mag slechts een weinig groter genomen worden.

De volgende soorten kunnen vrij lang als K. gekweekt worden; Aspidistra*, Kentia*, Ficus*, Cactus*, Fuchsia*, Varens*, Pelargonium* (Geranium). Men verdeelt de K. in drie groepen:

Bladplanten: Palmen*, Varens, Begoniasoorten: Croton*, Araucaria*, Marantha* enz. Hangplanten: Moederplantje*, Tradescantia*, AsparagusBegonia*, Gloire de Lorraine, Ster* van Bethlehem.

Bloemplanten: Geranium*, Fuchsia*, Heliotroop*, Begonia*, Flamingoplant*, Cyclamen*, Azalea*, Bromelia*, Cineraria*, Gloxinia*, Hortensia*, Primula* enz.

Voorts behoren tot de K. de vetplanten*, cacteeën* en de in de kamer in bloei getrokken bol- en knolgewassen.