(1509-1564), Protestants Hervormer. Heette eigenlijk Cauvin.
Studeerde theologie, rechten, oude letteren. Vluchtte 1534 wegens zijn van de kerkleer afwijkende denkbeelden van Parijs naar Bazel. Werkte sedert 1536 in Genève; zijn gestrengheid in het handhaven der zedelijke tucht veroorzaakte 1538 zijn verbanning. Verbleef tot 1541 te Straatsburg; keerde 1541 te Genève terug. Bleef daar tot zijn dood onbeperkt gebieder over leer en leven der inwoners; als instrument fungeerde de kerkeraad, die geheel door C. beheerst werd.Een zeer sobere levenswandel (zelfs kaart- en dansspelen verboden) werd voorgeschreven, streng opgetreden tegen ,,ketterse” denkbeelden (Michael Servet verbrand). Deze ,.theocratie” oefende magische aantrekkingskracht uit, Genève werd onder C. het geestelijke centrum voor hen die, geen Lutheranen, eveneens met de R.K. Kerk gebroken hadden. Zijn ..Institutio religionis christianae” (onderricht in de Christelijke godsdienst, 1536) werd het geestelijk arsenaal voor de bestrijders dier kerk. Onbuigzaam van geest en karakter, hard bovenal voor zichzelf; dwong zijn zwak lichaam tot bovenmatige arbeid.
