(Galliformes), orde van vogels waartoe behoren: kalkoen*, parelhoen*, pauw*, bankivahoen*, fazant*, kwartel*, patrijs*, auerhoen*, korhoen*, benevens de huis-H. Algemene kenmerken: krachtige poten en snavels, matige of slechte vliegers; jongen zijn nestvlieders, hennetje eenvoudiger uitziend dan haan; voedsel bestaat uit zaden, kruiden, insecten, wormen. - Huis-H. stammen waarschijnlijk af van het Bankivahoen.
Men verdeelt de tegenwoordige hoenderrassen in: lichte of legrassen (Leghorns, Ancona’s, Minorca’s, Twentse Grijzen, Hollandse H.); middelzware of leg-vleesrassen (Barnevelders, Welsummers, Wyandottes, Rhode Island Reds, Plymouth Rocks, Orpingtons enz.); en zware of vleesrassen (Dorkings, Faverolles, Brahma’s, Kochins enz.). Verder kent men dwergrassen of kriel-H. z plaat op pag. 691.
