oud zakelijk recht van Middeleeuws Germaans origine, waarbij de eigenaar van een bepaald onroerend goed verplicht is aan een derde op gezette tijden een bepaalde geldsom of een bepaalde hoeveelheid voortbrengselen of vruchten af te dragen; voor deze verplichting is niet de toevallige eigenaar in zijn gehele vermogen doch alleen het belaste onroerend goed aansprakelijk. In Ned. geregeld bij artt. 784 en vv.
B.W. In Blg. is de Code Civil i.z. G. van kracht gebleven; elke rente, hoe ook gevestigd, is aflosbaar.