Grondrente
Grondrente is het recht om van de eigenaar van een onroerende zaak in diens hoedanigheid van eigenaar periodiek een vaste geldsom of een vaste waarde in de voortbrengselen te ontvangen.
Kadaster (2017)
Grondrente is het recht om van de eigenaar van een onroerende zaak in diens hoedanigheid van eigenaar periodiek een vaste geldsom of een vaste waarde in de voortbrengselen te ontvangen.
drs. L.A. Beeloo (1981)
het inkomen dat uit de eigendom van grond en natuurlijke hulpbronnen wordt genoten, voor zover dit niet aan de arbeid (loon) of de aanwending van kapitaal (interest) moet worden toegeschreven. Grondrente is b.v. het pachtgeld, dat men van een uitgeleend stuk grond ontvangt.
Veerman (1954)
(1) Onder g. verstaat ons B.W. (Art. 784) een schuldplichtigheid, hetzij in geld, hetzij in voortbrengselen of vruchten, welke de eigenaar van een stuk onroerend goed daarop vestigt, of bij de vervreemding of vermaking van hetzelve te zijnen voordele, of ten voordele van een derde, voorbehoudt. (2) G. is ook de (i.v.m. ons B.W. minder juiste) benam...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. som die men periodiek moet betalen aan de grondeigenaar voor het gebruik van zijn grond; 2. (staathuish.) de zuivere winst die de grondeigenaar gerekend wordt boven rente en loon te behalen als vrucht van de voortbrengende kracht van zijn grond.
Winkler Prins (1949)
oud zakelijk recht van Middeleeuws Germaans origine, waarbij de eigenaar van een bepaald onroerend goed verplicht is aan een derde op gezette tijden een bepaalde geldsom of een bepaalde hoeveelheid voortbrengselen of vruchten af te dragen; voor deze verplichting is niet de toevallige eigenaar in zijn gehele vermogen doch alleen het belaste onroeren...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
[i]1, recht [/i]is a, in ruime zin, de op een onroerend goed rustende last, bestaande in de verplichting van de eigenaar om op bepaalde tijden aan een ander uitkeringen in geld of in voortbrengselen van dat goed te doen. Onder grondrenten in deze zin zijn zowel de grondrenten in engere zin als de tienden* begrepen, b. Grondrente in en...
D.C. van der Poel (1940)
is dat deel van het inkomen uit gebruik of beschikbaarstelling van de bodem, dat berust op zijn natuurlijke qualiteiten. Voorzoover de G. haar duidelijkste uitdrukking vindt in de pacht, moet hierbij rekening worden gehouden dat deze laatste ook rente van het in de grond, ten behoeve van bodemverbetering enz., geïnvesteerde kapitaal omvat, ter...
M. J. Koenen's (1937)
v. (staathuishoudk. de zuivere winst, die de grondeigenaar gerekend wordt boven rente en loon te behalen, als vrucht van de voortbrengende kracht van de grond; rechtst. een schuldplichtigheid, hetzij in geld, hetzij in voortbrengselen of vruchten, welke de eigenaar v. e. stuk onroerend goed daarop vestigt, of bij vervreemding of vermaking van hetze...
Dr. L.M. Metz (1937)
Eertijds, toen het kanonieke recht gold, was het verboden intrest te nemen van geleend geld. Dit verbod hield de ontwikkeling van het hypotheekwezen tegen. Wanneer de eigenaar van vast goed geld noodig had, dan vestigde hij een grondrente op zijn grond, ten behoeve van den geldschieter. Volgens artikel 784 van het Burg. Wetboek is grondrente een sc...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: