(1813-1901), Ital. grootmeester der opera, van landelijke afkomst, werkte Milaan, Parijs. Florence, Genua, maakte ter opvoering van zijn werken reizen naar Rusland en Spanje, had met zijn vroege opera’s (op nat. thema’s) grote invloed op de geestdrift der Ital. vrijheidsstrijders (/ Lombardi, 1843; Battaglia di Legnano, 1849) doch bereikte grote roem als kunstenaar eerst met Rigoletto (1851), II Trovatore (1853) en La Traviata (1853), om met Aida (1871) en het Requiem (voor Manzoni, 1874) een ware wereldvermaardheid te verwerven.
Andere hoofdwerken: Nabucco (1842), Macbeth (1847), I Vespri siciliani (1855), Unballo in maschera (1859), Othello (1887); voorts koor- en kamermuziek