Uit diverse proeven moet men aannemen, dat gewoon licht een transversale electromagnetische trilling is, d.w.z. de trilling geschiedt in een vlak dat loodrecht op de voortplantingsrichting staat. Het is nu mogelijk licht te verkrijgen waarbij de trillingsrichting niet willekeurig over dat vlak verdeeld is, maar steeds gericht is in één bepaalde richting.
Zulk licht noemt men lineair-G. Het wordt o.a. gebruikt voor het ontdekken van spanningen in glas. Gepolariseerd licht wordt onderverdeeld in lineair-, circulair- en elliptisch gepolariseerd.