de kwijtschelding van zonden, door een priester verleend aan een aaneengesloten menigte in het bijzondere geval, dat de individuele biecht niet mogelijk is en allen in stervensgevaar verkeren b.v. bij een schipbreuk of veldslag. Deze naam wordt ook gegeven aan de pauselijke zegen, waaraan een volle aflaat verbonden is, te verdienen in het uur van de dood.
In dit geval betreft het dus geen zondenvergeving.