De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Frederik Willem

betekenis & definitie

I, koning van Pruisen 1713-1740, geb. 1688. Verwierf 1713 Opper-Gelder, Mors, Lingen en Neuburg; 1720 Rügen, Stralsund en Voor-Pommeren.

Reorganiseerde het Pruisische leger. Zuinig beheerder der financiën, goed administrateur.II, koning van Pruisen 1786-1797 (geb. 1744). Liet de Pruisen in 1787 de Nederlandse Republiek binnenrukken, om de aanhouding van zijn zuster Wilhelmina, gehuwd met stadhouder Willem V, op de Patriotten te wreken. Nam deel aan de ie coalitieoorlog tegen Frankrijk (1792-1797); sloot zelf vrede te Bazel 1795. Verkreeg 1793 en 1793 stukken van Polen.

III, koning van Pruisen 1797-1840, geb. 1770. Huwde 1793 Louise van Mecklenburg-Strelitz. Leed 1806 tegen Napoleon de nederlagen van Jena en Auerstadt en verloor bij de vrede van Tilsit 1807 bijna de helft van zijn koninkrijk. 1810 sterft koningin Louise. Stein en Hardenberg brachten veel hervormingen tot stand, Scharnhorst reorganiseerde het leger. Riep begin 1813 zijn volk te wapen tegen Napoleon en beloofde een grondwet. Regeerde na 1815 in conservatieve geest en weigerde de toegezegde constitutie.

IV, koning van Pruisen 1840-1861, geb. 1795. Gaf na de Maart-revolutie in 1848 een grondwet. Weigerde in 1849 de hem door het Frankforter parlement aangeboden keizerskroon. Had sedert 1857 vlagen van verstandsverbijstering; zijn broeder Willem, prins van Pruisen, nam van 1858 af de regering waar.

< >