soort aardewerk met niet gesinterde scherf, genoemd naar de Italiaanse stad Faenza, waar men de uit Majorca afkomstige majolica imiteerde. Beide woorden worden door elkaar gebruikt.
Het bakken geschiedt in ovens bij temp. variërend van 800 gr. tot 1100 gr. De beschildering geschiedt boven en onder glazuur. In het eerste geval wordt een licht smeltbaar glazuur (email) op het grondglazuur aangebracht. Dit brandt in het tweede (moffel) vuur bij lager temp. dan het grondglazuur glad. Deze techniek is uit China afkomstig. Bij het majblica-schilderen wordt de kleur onmiddellijk op het tinglazuur aangebracht.
Onderglazuur schilderen wordt tegenwoordig in Nederland veelvuldig toegepast op fijnere F., nu de scherf wit is en doorzichtige glazuren gebruikt kunnen worden. De Delftse F.-industrie, die gesticht werd door Antwerpse ambachtslieden van Italiaanse afkomst, had in de 17e en 18e eeuw een wereldreputatie, doch werd toen verdrongen door het porselein.
