moffel
(18e eeuw) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Vnl. als verkleinwoord gebruikt. Eigenlijk: wollen mouw. Kan ook een zinspeling zijn op iets dat moet 'bedekt' (weggemoffeld) worden. Reeds aangetroffen bij S. van Rusting. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)