De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Condé

betekenis & definitie

Frans aanzienlijk geslacht, zijlinie van het Huis Bourbon, genoemd naar de stad C.-sur-l’Escaut.

Louis I van Bourbon Condé (1530-1569), stichter van het Huis, aanvoerder der Hugenoten in de godsdienstoorlogen van 1562, 1567 en 1569, doodgeschoten;

Henri I, prins van C. (1552-1588), met Hendrik van Navarre aanvoerder der Hugenoten;

Henri II, prins van C. (grand Condé) (1588-1646), aan het hof van Hendrik IV R.K. opgevoed, vluchtte 1609 met zijn jeugdige vrouw Charlotte de Montmorency, waarop de koning verliefd was geworden, naar Brussel, hetgeen tot een soort oorlogscrisis tussen Frankrijken Spanje leidde. Streed 1621-1622 tegen de Hugenoten;

Louis II, zoon v. Henri II, genoemd ,,le grand C." (1621-1686), in 1643 opperbevelhebber der Franse troepen in de Z.-Nederlanden versloeg de Spanjaarden bij Rocroy. Veroverde 1646 Duinkerken. Tijdens de Fronde tegenstander van Mazarin, door Turenne 1652 in de Parijse voorstad St. Antoine verslagen. Ging in Spaanse dienst over; werd bij de vrede der Pyreneeën (1659) in rang en waardigheden hersteld.

Voerde 1672 de Franse troepen naar ons land, leverde 1674 de onbesliste slag bij Seneffe tegen Willem III. Na de dood van Turenne (1675) opperbevelhebber van het Franse leger;

Louis Joseph (1736-1818), 17921796 aanvoerder van een emigrantenleger. Keerde 1814 naar Frankrijk terug. Met zijn zoon Louis Henri Joseph (1756-1830, zelfmoord) stierf het geslacht C. uit, daar diens enige zoon, de hertog van Enghien, in 1804 op bevel van Napoleon gefusilleerd werd.

< >