(ook wel vennootschap en commandite of venn. bij wijze van geldschieting geheten), vennootschap tussen een of meer hoofdelijk aansprakelijke vennoten en een of meer andere personen als geldschieters (art. 19 W. v. K.).
De laatste, commanditarissen genoemd, zijn voor de schulden der vennootschap slechts aansprakelijk tot het bedrag hunner deelneming; meer kunnen zij er niet bij verliezen. Hun namen mogen niet voorkomen in de naam der C.; zij hebben zich van alle beheersdaden te onthouden (art. 20 W. v. K.). De hoofdelijk aansprakelijke vennoten (ook wel beherende vennoten of complementarissen genoemd) hebben het beheer der C.; zijn er meer van dezen, dan bestaat tussen hen een vennootschap onder firma. Soms wordt het door de commanditaire vennoten versterkte kapitaal in aandelen verdeeld, die voor overdracht vatbaar zijn. De aandelen kunnen zowel op naam als aan toonder gesteld zijn. Men spreekt dan van een C. op aandelen.
