een van de meest bekende dierlijke parasieten op de aardappel. Ongeveer 1 cm lang en 0,7 cm breed, helder gele dekschilden met vijf zwarte strepen; geelrood voorborststuk met zwarte vlekjes.
De eieren, oranjekleurig, worden aan de onderkant van de bladeren gelegd. Larven hebben een gezwollen achterlijf, donker tot oranjerood, zwart kopstuk, zwarte kop en poten. De schade bestaat in het wegvreten van het bladmoes. alleen de nerven blijven over. Zo gauw men dit aantreft of kevers of larven ziet, moet de burgemeester gewaarschuwd worden. Bestrijding door bespuiting met arsenicum-houdende stoffen.