zo volledig mogelijke samenvatting van het gehele recht of van een bepaald deel daarvan in één wetboek. Reeds in het Rom. recht is een C. verwezenlijkt, nl. het Corpus iuris van keizer Justinianus.
In de middeleeuwen heerste in de Europese landen algemeen grote rechtsverscheidenheid, die steeds toenemende rechts verwarring en -onzekerheid ten gevolge had. Niet alleen bestonden in de verschillende onderdelen van één Staat verschillende rechtsstelsels, maar zelfs op hetzelfde grondgebied had men te rekenen met plaatselijke en provinciale gewoonten, landswetten, Romeins en canoniek recht, enz. Mede als gevolg hiervan ontstond in 18e eeuw sterk streven naar C. Het eerst kwam deze tot stand in Pruisen: het Allgemeine Preussische Landrecht, dat echter het karakter droeg van aanvulling op bestaande provinciale en plaatselijke rechten. In Frankrijk werd onder Napoleon het gehele burgerlijk- en strafrecht gecodificeerd in 5 wetboeken : Code Civil, Code de Commerce, Code de Procédure Civile, Code Pënal en Code d’Instruction Criminelle. In Ned. begon men onder de Bataafse Republiek met C. voor te bereiden.
Onder koning Lodewijk Napoleon werden in 1809 2 wetboeken ingevoerd : Wetboek Napoleon ingerigt voor het Koningrijk Holland (burg. recht) en Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland. Grondwet van 1814 schreef C. van burg. en handelsrecht, burgerlijk en militair strafrecht, inrichting van de rechterlijke macht en rechtspleging voor. Ned. bezit thans 7 wetboeken: Burg. Wetboek, Wetboek van Koophandel, Wetboek van Burg. Rechtsvordering, Wet op de Rechterlijke Organisatie, alle van 1838, Wetboek van Strafrecht van 1886, Wetboek van Strafvordering van 1926 en Wetboek van Militair Strafrecht van 1921. België was deel van Frankrijk, toen de C. daar werd ingevoerd, zodat de Franse wetboeken ook hier van kracht werden.
Sindsdien zijn deze in dit land wel gewijzigd, maar nimmer afgeschaft. In het Volkenrecht bestaat ook sedert lang een streven naar C., maar men heeft slechts resultaten bereikt t.a.v. enkele afzonderlijke stukken, zo de rangorde van diplomatieke vertegenwoordigers en het intern, rivierenrecht op Congres van Wenen (1815), oorlogs- en neutraliteitsrecht op Haagse Conferenties van 1899 en 1907, wetsconflicten betreffende nationaliteit op Eerste Codificatie-Conferentie van de Volkenbond, te ’s-Gravenhage gehouden in 1930.