onderdeel van een draaibank, dat in de losse of de vaste kop, vast of meedraaiend is aangebracht. Het bestaat gewoonlijk uit een stalen pen, aan één zijde met een tophoek van 60°, aan de andere zijde een conisch gedeelte, dat in de kop wordt geschoven.
Het af te draaien werkstuk wordt aan één of beide zijden voorzien van een centergat en tussen een of twee centers vastgezet. Voor recht afdraaien staan de centers t.o.v. de hartlijn in één lijn (centerlijn), voor conisch draaien heeft het center in de losse kop een bepaalde afstand tot deze centerlijn.