Wat is de betekenis van conisch?

2023-10-02
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

conisch

kegelvormig. de vorm hebbend van een kegel of afgeknotte kegel; kegelvormig. Voorbeelden: De karakteristieken van de stad Campazas. Het stoffige plein in het centrum en een eenvoudige maar trotse kerk met afgebrokkelde muren en een rechtovereind staande, gebeeldhouwde voorgevel die verkondigde: tot hier is de barok gekomen, tot de ra...

2023-10-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

conisch

conisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. de vorm hebbend van een (afgeknotte) kegel Voor wie de advertentie die onder meer zaterdag in de krant stond, heeft gemist; de Phoenix-brandblusser bestaat uit een conische kunststof cilinder waarop een vogelkop zit bij wijze van dop (keuze uit wit en zwart)....

Direct toegang tot alle 20 resultaten over conisch?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-02
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Conisch

[zie conus] kegelvormig.

2023-10-02
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Conisch

(konisch) kegelvormig

2023-10-02
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Conisch

kegelvormig

2023-10-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Conisch

adj. & adv., tapsk.

2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Conisch

bn. bw., kegelvormig, als een kegel.

2023-10-02
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Conisch

(Gr. kónikós = kegelvormig; kônos = kegel). Kegelvormig; b.v. conische → refractie, een door Hamilton (1805-1865) in 1833 voorspeld verschijnsel bij tweeassige kristallen.

2023-10-02
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Conisch

kegelvormig toelopend.

2023-10-02
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

conisch

kegelvormig.

2023-10-02
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Conisch

(< Gr. = kegel). Kegelvormig. Vb. Conisch punt van een oppervlak.

2023-10-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

conisch

bn. (kegelvormig): een -e vorm.

2023-10-02
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

conisch

→: konisch.

2023-10-02
Algemeen  Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Conisch

Kegelvormig.

2023-10-02
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Conisch

Conisch 1) kegelvormig; 2) op een kegel gelegen.

2023-10-02
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

conisch

➝konisch.

2023-10-02
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

conisch

conisch, - kegelvormig.

2023-10-02
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Conisch

kegelvormig.

2023-10-02
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Conisch

kegelvormig.

2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Conisch

CONISCH, bn. bw. kegelvormig.