De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Atlas

betekenis & definitie

(1) (Gr. myth.: sterke drager), zoon van de Titan Iapetos, door Zeus veroordeeld het hemelgewelf te dragen. Staat in het uiterste W. bij paradijstuin der Hesperiden, waarin boom met gouden appelen.

A. haalde voor Herakles deez appelen; deze, die tijdelijk de last had overgenomen, wist door list A. die weer te doen opnemen. Toen A. Perseus gastvrijheid weigerde, hield deze hem het Medusahoofd voor, waarop A. versteende (Atlasgebergte);(2) verzameling van hemel-, land- of zeekaarten, verzameling van afbeeldingen enz. Naam het eerst gebruikt door Mercator (1595) voor collectie landkaarten;

(3) fijn, glanzend weefsel van zijde, wol, katoen of linnen, met enkelvoudige of dubbele kettingdraden en één- of meervoudige inslag; soms met fraaie patronen;

(4) gebergte in N.W.-Afrika; loopt van de kust van Tunis door Algerië en Marokko naar Atlantische Oceaan. Lengte 2300 km. Aan Atlant. Oceaan begint de Hoge A. (hoogste top de Tamjoert, 4700 m); ten Z. hiervan de Anti-H. (3000-4000 m); in N.-Marokko het Rif, woest berglandschap. In Algerië en Tunis twee ketens, eindigende bij Kaap Bon en Kaap Blanco, met veel dwarsketens. Vormen drie gebieden: KI.

A., in N. (grootste hoogte 1940 m), het hoogland der Sjots (steppenplateau gemiddeld 800-1100 m), de Gr. A. in het Z. (hoogste top Dsjebel Aures, 2310 m). De Hodnabergen verbinden Gr. met KI. A. Gletsjers ontbreken; de hoogste toppen echter 't gehele jaar met sneeuw bedekt. A. is plooiingsgebergte, waarin koper, ijzer, zilverbevattend lood, steenkolen.

Arme flora. Op de hellingen begint het bos op 1200-1400 m; boomgrens 2400-2700 m. Bewoners zijn de veelal onafhankelijke Berbers.

< >