De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Ambtenarenwet

betekenis & definitie

(wet van 12 Dec. 1929 S. 530), houdt bepalingen in over rechtspositie der ambtenaren. De A. zelf bevat vnl. procedure-regelingen.

T.a.v. de rechtspositie der ambtenaren bepaalt zij, dat deze voor Rijksambtenaren bij A.M.v.B. wordt geregeld, voor de ambtenaren der lagere lichamen door de besturen daarvan. De A. stelde Ambtenarengercchten in voor de beslissing van geschillen tussen ambtenaren en Overheid. In hoger beroep oordeelt de Centrale Raad van Beroep te Utrecht. Die geschillen, die reeds voor commissies en scheidsgerechten behandeld zijn, komen in 1ste aanleg voor de Centrale Raad. Pensioengeschillen zijn onttrokken zowel aan de Ambtenarengerechten als aan de Centrale Raad. Als voorzitters en griffiers der Ambtenarengerechten treden op dezelfde functionarissen van de Raden van Beroep voor de sociale verzekering.

De overige leden worden voor 6 jaar benoemd door de Min. van Justitie. Het Algemeen Rijksambtenarenreglement van 12 Juni 1931 (S. 248) bevat materiële bepalingen van ambtenarenrecht t.a.v. de Rijksambtenaren. Het handelt o.a. over aanstelling, ontslag, disciplinaire straffen, vacantie, bezoldiging. Het is niet toepasselijk op militairen, ministers, leden van de Raad van State en voor het leven aangestelde ambtenaren (bijv. rechters).