Staatsvorm: koninkrijk
Staatshoofd: Moh. Zahir Sjah (sedert 1933)
Oppervlakte: 633.000 km2
Bevolking: 8 mill. inw. (1946)
Vlag: zwart-rood-groen (vertic.); met wapen in rode baan
Hoofdstad: Kaboel (206.000 inw.)
Munteenheid: Afghani
Godsdienst: Mohammedaans.
Onafhank. koninkrijk in N.O. deel van hoogl. van Iran, bufferstaat tussen Rush en Voor-Indië. In Z. en W.: woestijnen en steppen, in midden: hooggeb. tot 7750 m (o.a. Hindoekoesj), in N.: steppe. Beroemde Khaiber-pas leidt naar Voor-Indië. Zeer hete zomers, koude winters, weinig neerslag. Bevolking: Mohamm.
Afghanen; Oesbeken; Kirgiezen (Mongolen). Akkerbouw (tarwe, erwten, rijst), schapenteelt. Belangrijke karavaanwegen van Indië over hfdst. Kaboel naar Turkestan. Geschiedenis: 683 door Arab. veroverd, 961-1140 heerschappij der Ghasnawiden. Ahmad-Sjah (1747—’73) stichtte machtige dynastie (tot 1823). 1839-’42 oorlog met Eng., daarna speelbal tussen Eng. en Rusland.
Wegens moord op Eng. gezant 1879 Kaboel bezet. Na 1907 Eng. invloedssfeer. 1919-’28 Amanoellah Khan, bevord. Westerse beschaving, 1923 grondwet, 1925 wordt A. koninkrijk. Sinds 1933 Zahir Sjah koning. 1937 verdrag van Saadabad met Turkije. In W.O. II neutraal. 1946 grensverdrag met Rusland.