Naam, door oude scheikundigen gegeven aan vuurvaste, in water onoplosbare stoffen, die zij als onontleedbaar beschouwden. Zij hielden deze, na verhitting der stoffen, als residu in hun retorten over.
A. werden onderscheiden in alkalische A. (o.a. barietaarde) en eigenlijke A. (o.a. thoriumaarde).Zeldzame A.: naam van een reeks, onderling nauw verwante, chemische elementen of van de oxyden daarvan. Het belangrijkste is cerium, vnl. in Brazilië voorkomend.
Eetbare A. komen over de gehele wereld voor. Negers in W.-Afrika nuttigen deze als lekkernij. Evenzo de Papoea’s, Maori’s, Aino's, Toengoesen. In N.O.I. worden zij veel gebruikt door zwangere vrouwen. Op Java kneedt men er koekjes van (ampo). Aan het eten van A. worden vaak magische voorstellingen verbonden.
Vrouwen denken, door vruchtbare aarde te eten, zelf vruchtbaar te worden: Egyptische vrouwen eten daarom wel slib van de Nijl. In tijden van hongersnood heeft men ook in Europa wel A. gegeten: zo in Duitsland in 1617 het zg. bergmeel, waarvan de voedingswaarde echter nihil is.