ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Gepubliceerd op 18-05-2017

Barok

betekenis & definitie

Stroming in architectuur, beeldende kunst en toegepaste kunst die aan het eind van de 16de eeuw ontstond in Italië, volgend op het Maniërisme, en van belang bleef tot de eerste helft van de 18de eeuw. De stijl stond in Italië voor een belangrijk deel in dienst van de katholieke kerk, die na de reformatie gelovigen terugwilde brengen naar de ware kerk.

Kunstwerken en gebouwen moesten onderwijzen, imponeren en verleiden, wat weelderige vormen en decoraties - geïnspireerd op de klassieke vormentaal-en theatrale voorstellingen opleverde.



De Barok is expressief, zwaar, volumineus en soms pompeus. Rome en het Vaticaan vormden het centrum van de Italiaanse Barok, met de architect en beeldhouwer Bernini als belangrijkste kunstenaar. Tegen 1620 was de stijl in Italië volwassen geworden en verspreidde zich over de rest van Europa. In Frankrijk ontwikkelde de Barok zich tot een hofkunst om de macht en het prestige van koning Lodewijk XIV te verheerlijken. Nederland kende aan het hof van koning-stadhouder Willem lil een voorname, ingetogen variant van de stijl, met als belangrijkste ontwerper Daniël Marot, een Fransman die in Versaitles aan het hof van Lodewijk XIV gewerkt had. In de schilderkunst wordt het werk van Rembrandt wel barok genoemd, wat voornamelijk te maken heeft met zijn gebruik van het clair-obscur, een techniek waarmee de Barokschilder Caravaggio in Italië triomfen vierde.