m. 1 eig. paardenknecht; 2 oppertoeziener van de hof- en krijgsstaat; 3 stafdrager, opziener bij openbare plechtigheden, inz. een vorstelijke hofmeester;
4 officier in rang boven generaal; hof~, bestuurder der vorstelijke hofhouding; veld~, opperveldheer.