Gepubliceerd op 11-11-2021

zetel

betekenis & definitie

m. zetels, zeteltje (zitplaats, stoel, troon; verblijf, plaats van vestiging; Z.-N. houten onderstel, waarop de molen rust): de koninklijke zetel; fig. de zetel der regering, plaats van het rijksbestuur; een politieke zetel, plaats in de volksvertegenwoordiging.

< >