m. teugels, teugeltje (toom): een paard bij de teugel leiden; met losse teugel rijden, zegsw. iem. de teugel uit de handen nemen, d. i. de leiding; de teugel vieren (of: geven) aan, de vrije teugel laten; fig. aan zijn driften de vrije teugel geven, zich niet beheersen; de teugel afwerpen, er van door gaan, fig. naar geen gezag luisteren; de teugels der regering in handen hebben, het bewind voeren; de teugel strak houden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk