Gepubliceerd op 11-11-2021

teugel

betekenis & definitie

m. teugels, teugeltje (toom): een paard bij de teugel leiden; met losse teugel rijden, zegsw. iem. de teugel uit de handen nemen, d. i. de leiding; de teugel vieren (of: geven) aan, de vrije teugel laten; fig. aan zijn driften de vrije teugel geven, zich niet beheersen; de teugel afwerpen, er van door gaan, fig. naar geen gezag luisteren; de teugels der regering in handen hebben, het bewind voeren; de teugel strak houden.

< >