Gepubliceerd op 11-11-2021

stof

betekenis & definitie

I. v. stoffen (1 stoffage, weefsel; 2 datgene, waarvan iets vervaardigd kan worden, inz. in samenst. grondstof, materie; 3 fig. onderwerp):

1. katoenen stoffen, japonstof;
2. bouwstof, waterstof, brandstof, smetstof;
3. stof voor conversatie, voor een roman.

II. o. (stuifzand; poederaarde; fijne rondzwevende deeltjes aarde, pluisjes enz.): bedekt met stof; in een wolk van stof; de mens is stof en as, zal sterven, Gen. 3 : 19; zegsw. veel opjagen, veel opspraak geven, veel geschrijf uitlokken; kort van stof, kort aangebonden.