Gepubliceerd op 11-11-2021

knikken

betekenis & definitie

knikte, h. geknikt (1 gedeeltelijk breken; 2 [door]buigen; 3 een knik in bet. 2 maken; met een knik groeten, toestemmen, weigeren):

1. de wind heeft die dahlia’s geknikt;
2. de oude man knikt in de knieën; met knikkende knieën;
3. het bestje knikte vriendelijk tegen mij; hij knikte van ja, zij knikte van neen.

< >