Gepubliceerd op 11-11-2021

gevoel

betekenis & definitie

o. (1 het vermogen om te gevoelen; 2 datgene, wat men gevoelt; gewaarwording;

3 besef; bewustheid; 4 doorgaande stemming v. h. gemoed; gezindheid; 5 gemoedsbewegingen inz. de scheppende gemoedsbewegingen van een dichter):
1. (lichamelijk) één der vijf zinnen: het gezicht, de reuk, de smaak, het gehoor, het gevoel; op ’t gevoel (af), op de tast; (innerlijk) deze muziek overspant het gevoel;
2. de lamme heeft in dat been geen gevoel meer; het gevoel van onlust, lust; een gemengd gevoel, van twee ongelijksoortige gewaarwordingen; met gemengde gevoelens;
3. gevoel van kracht; gevoel van eer; muzikaal gevoel, het vermogen om de schoonheid in de muziek te beseffen; geen gevoel voor godsdienst hebben;
4. ik heb voor haar geen ander gevoel dan achting;
5. ’t gevoel is de eedle bron, waaruit uw dichtstroom vliet; nog: tranen van gevoel, aandoening; de zanger zong met gevoel, gevoelig, met uitdrukking.