Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- lierenaar
- lierlauw
- Liernurstelsel
- liervogel
- lierzang
- lies
- lieue
- Lieve-Vrouw
- lieve-vrouwenbedstro
- Lieve-vrouwenkerk
- lieveling
- lievelingsbezigheid
- lievelingsdichter
- lievemoederen
- lieven
- Lievenheer
- lievenheersbeestje
- liever
- lieverd
- lieverdje
- lieverkoekjes
- lieverlede
- lievigheid
- liezevet
- liflaf
- liflaffen
- liflafferij
- lift
- liftjongen
- liftkoker
- liga
- ligament
- ligato
- ligdag
- liggeld
- liggen
- liggend
- ligging
- lighal
- ligkuur
- Ligoristen
- ligplaats
- ligue
- liguster
- ligusterpijlstaart (vlinder)
- lij
- lijdbaar
- lijdelijk
- lijdelijkheid
- lijden
- lijdensbeker
- lijdensdood
- lijdensgeschiedenis
- lijdenskelk
- lijdenspreek
- lijdenstekst
- lijdensweek
- lijdensweg
- lijder
- lijdzaam
- lijdzaamheid
- lijf
- lijfarts
- lijfdeun
- lijfeigene
- lijfeigenschap
- lijfelijk
- lijfgarde
- lijfgoed
- lijfjonker
- lijfknecht
- lijflaat
- lijflinnen
- lijfrente
- lijfrentekas
- lijfsbehoud
- lijfsdwang
- lijfsgenade
- lijfsgevaar
- lijfspreuk
- lijfssieraad
- lijfstaffier
- lijfstraf
- lijfstraffelijk
- lijfstuk
- lijftocht
- lijfwacht
- lijk
- lijkbaar
- lijkbezorger
- lijkbidder
- lijkbus
- lijkdienst
- lijken
- lijkengif, lijkengift
- lijkenhuisje
- lijkfeest
- lijkgaren
- lijkgesteente
- lijkkist
