Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- ramé, rami
- ramen
- ramenas
- raming
- rammei
- rammeien
- rammel
- rammelaar
- rammelaarster
- rammelassen
- rammelen
- rammeling
- rammelkast
- rammelkous
- rammen
- rammenant
- ramp
- rampaard
- rampassen
- rampok
- rampokken
- rampokker
- rampokpartij
- ramponeren
- rampspoed
- rampspoedig
- rampzalig
- ramschen
- Ran
- ranchero
- rancho
- rancune
- rand
- randen
- randgebergte
- randglosse
- randjau
- randschrift
- randstaat
- randstempeling
- randversiering
- randversperring
- rang
- rangcijfer
- rangeerder
- rangeeremplacement, rangeerterrein
- rangeerlocomotief
- rangeren
- rangexamens
- ranggetal
- ranglijst
- rangnummer
- rangorde
- rangregeling
- rangschikken
- rangschikking
- rangtelwoord
- rank
- rankgebouwd
- ranonkel
- ranonkelachtigen
- rans
- ransel
- ranselen
- ransig
- ransuil
- rantsoen, ransoen
- rantsoeneren, ransoeneren
- raout
- rap
- rapaille, rapalje
- rapé
- rapeling
- rapen
- rapier
- rappel
- rappelement
- rappeleren
- rapponisch
- rapport
- rapporteren
- rapporteur
- rapunsel, rapuntsel
- rara avis
- rarefactie
- rarekiek
- rarigheid
- rariteit
- rariteitenkamer
- rariteitenverzameling
- ras
- rasamala
- rasecht
- raseermes
- raseren
- rashoen
- rashond
- raskolnik
- rasp
- raspaard
