Gepubliceerd op 14-06-2016

Wolken

betekenis & definitie

Een wolk is een verzameling uiterst kleine waterdruppeltjes, ijskristallen of een mengsel van beide. Wolken veranderen voortdurend onder invloed van luchtstromingen en natuurkundige processen. Er bestaan veel verschillende soorten wolken, afhankelijk van hoogte, vorm, structuur en verticale luchtstromingen.

Wolkengeslachten zijn onderdeel van een internationaal systeem om wolken te benoemen. Dit systeem is gebaseerd op een systeem uit de achttiende eeuw, bedacht door de Engelse apotheker en natuurkundige Luke Howard. De verschillende wolkengeslachten vallen onder een familie, of een combinatie van families. De vier families zijn: hoge wolken, middelhoge wolken, verticaal ontwikkelde wolken en lage wolken. Wolkengeslachten worden weer verder onderverdeeld in wolkensoorten.

Onder de hoge wolken vallen cirrus, cirrocumulus en cirrostratus. Cirruswolken bestaan voornamelijk uit ijs en komen voor op zes tot twaalf kilometer hoogte. Ze zien er soms uit als windveren of sluierwolken, zo dun dat ze het zonlicht nog doorlaten. Deze wolken zijn vaak te zien als het (nog) mooi weer is. Ze hebben een draderige structuur en kunnen zich ook rangschikken in kleinere of grotere plukken of smalle banden.

Tot de middelhoge bewolking behoren altocumulus, altostratus en nimbostratus. Dit zijn wolken die voorkomen tussen de twee en zes kilometer in de onderste tien kilometer van de atmosfeer (de troposfeer). Ze bestaan voornamelijk uit onderkoelde waterdruppels.

Lage wolken bevinden zich onder de twee kilometer en bestaan vooral uit waterdruppels. Er zijn twee soorten lage bewolking: stratus en stratocumulus. Ook mist rekent het KNMI tot de lage bewolking. Deze bewolking is de meest voorkomende in West-Europa en bestaat uit één wolkenlaag waarin vrijwel altijd donkere en lichtere gedeelten afwisselend voorkomen. Soms zijn de elementen met elkaar versmolten en vormen dan een gesloten wolkenlaag.