XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Perotinus

betekenis & definitie

Perotinus (actief in Parijs rond 1200) was een Franse componist en beroemdste vertegenwoordiger van de zogeheten School van Notre Dame. Perotinus' composities behoren tot de eerste getuigenissen van georganiseerde meerstemmigheid in het Europese avondland. Merendeels zijn zij bewaard gebleven in het zogenaamde Magnus liber: een verzameling kerkelijke gezangen bestemd voor de diensten van de Parijse kathedraal Notre Dame.

Over Perotinus' leven is zo goed als niets bekend. Er wordt algemeen aangenomen dat hij een leerling was van Leoninus, componist en initiator van het Magnus liber, en dat hij werkzaam was bij een van de Parijse kerken. De schaarse informatie is afkomstig uit latere muziektraktaten, waarin de componist 'Perotinus de Grote' (Perotinus Magnus) wordt genoemd en waarin hij wordt geprezen als uitvinder van een nieuwe componeerstijl. De ontwikkeling van deze stijl hangt nauw samen met een nieuwe wellicht eveneens in de omgeving van Perotinus uitgewerkte muzieknotatie die het mogelijk maakte tot aan vier stemmen ritmisch te ordenen en in een notenbeeld te vatten. Deze notatie is gebaseerd op zes, door een bepaalde volgorde van lange en korte noten gekenmerkte, ritmische 'modi'.

Perotinus blonk uit door de compositie van organa, clausulae en conducti. In de vierstemmige organa, zoals in Sederunt principes en Viderunt omnes, ontvouwen zich drie beweeglijke bovenstemmen boven een gregoriaanse, uit lange notenwaarden bestaande, 'tenor'. De homoritmische octaaf-, kwart- en kwintklanken (genoteerd in een van de zes ritmische 'modi') verlenen aan deze muziek een archaïsche strengheid. Ook de 'clausulae' meerstemmige slotgedeelten die een eenstemmig gezongen liturgische melodie opvolgen berusten op een fragment uit een gregoriaans koraal. Anders dan in de 'organa', waarin de kerkelijke melodie een onaangetast fundament van de zetting vormt, wordt in de 'clausulae' het gregoriaanse voorbeeld aan verschillende ritmische veranderingen onderworpen: het fungeert slechts als muzikale bouwsteen binnen een beweeglijk stemmenweefsel. Deze onbevangen omgang met de traditionele kerkelijke melodie weerspiegelt een nieuwe artistieke vrijheid. Volledig onafhankelijk van gregoriaanse voorbeelden (zowel wat betreft de muziek als de tekst) zijn de drie aan Perotinus toegeschreven 'conducti': hierbij gaat het om hymnische gezangen die rituele handelingen of processies begeleiden. De vondsten van de School van Notre Dame, in het bijzonder die van Perotinus, hebben de weg geplaveid naar een bloeiende compositiepraktijk in Europa.

Oeuvre
Van de anoniem overgeleverde composities worden (door middeleeuwse theoretici en moderne wetenschappers) 13 drie- en vierstemmige organa, 161 twee- tot vierstemmige clausulae en drie een- tot driestemmige conducti aan Perotinus toegeschreven.