XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Nikolaj Mjaskovski

betekenis & definitie

Nikolaj Mjaskovski (fort Novo-Georgijevsk nu Modlin, Polen 1881-Moskou 1950) was een Laatromantische Russische componist van o.a. 27 (!) symfonieën. Hij was leerling van Glière, Ljadov en Rimski-Korsakov, bovendien muziekcriticus, maar aanvankelijk opgeleid tot militair.

Ondanks voortdurende interesse voor de nieuwste muzikale ontwikkelingen - hij was in de jaren '20 o.a. verbonden aan de ultra-progressieve Associatie voor Eigentijdse Muziek (ASM) - vervolgde Mjaskovski zelf het pad van de laatromantische traditie van Tanejev en Glazoenov. Zijn dissonanten waren vaak het resultaat van een sterk polyfone opzet. Hij hield vast aan het principe van de sonatevorm en ontwierp uitgebalanceerde, architectonisch geconcipieerde vormen zonder opsmuk, in de regel zonder programmatische verwijzingen. De belangrijkste uitzondering vormde de dramatische Zesde symfonie (1923), over de revolutie en haar slachtoffers (onder wie ook zijn vader). De introverte Mjaskovski nam nooit openlijk stelling tegen het regime, maar de duistere ondertoon van de Zesde en enkele andere symfonieën (bijv. nr. 7, 10 en 13) werd wel als geestelijk verzet tegen het gepropageerde socialistische optimisme geïnterpreteerd. Vandaar dat de overigens ook dikwijls gedecoreerde componist 'intellectualisme', en 'individualistisch pessimisme' werd verweten. Samen met Prokofjev en Sjostakovitsj was hij het voornaamste doelwit tijdens het beruchte componistenbondcongres van 1948.

Mjaskovski maakte geen school. Wel gold hij lange tijd als het 'muzikaal geweten van Moskou'. Steeds oprecht geïnteresseerd in andermans werk en zich altijd zo min mogelijk politiek compromitterend was hij een grote steun voor vrienden en collega's.

Oeuvre
27 symfonieën; vioolconcert, 1 celloconcert; 13 strijkkwartetten; g pianosonates; liederen.